Gisteren publiceerde het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en het Centraal Planbureau (CPB) het rapport “Kansrijk woonbeleid”. Bottomline is dat woonbeleid efficiënter kan. Afbouwen van regulering kan op termijn bijdragen aan een beter functionerende woningmarkt. De norm zou moeten zijn “betalen wat de woning waard is”. Dat kan zonder noemenswaardige toename van het betaalrisico.
In de huidige kabinetsperiode is een moedig begin gemaakt met het hervormen van de woningmarkt. Er zijn een aantal stappen in de goede richting gezet. Maar het is niet genoeg! Verdere maatregelen zijn hard nodig, omdat de huurmarkt nog steeds kampt met een gapend gat in de beschikbaarheid van huurwoningen voor middeninkomens met huurprijzen tussen € 600,- en € 900,
Bouwen voor dit segment wil nog niet echt van de grond komen. Dat komt omdat in dezelfde kabinetsperiode maatregelen zijn genomen en aangekondigd, die het effect van goede maatregelen weer teniet doen. Voorbeelden zijn de invoering van een verhuurdersheffing in 2013 en de aangekondigde verzwaring van de vermogensbelasting in box 3 van de inkomstenbelasting in 2017.
Het rapport van PBL/CPB is vooral bedoeld om beleidsmakers inzicht te geven in de effecten van verdere woningmarktmaatregelen op de korte en lange termijn. Met korte termijn is bedoeld de komende kabinetsperiode 2017-2021.
Bron: Vastgoedbelang